Met regelmatig onderhoud kunt u onnodig hoge reparatiekosten voorkomen.
Zorg ervoor om bij telescoopvorken de buitenpoten altijd goed te reinigen. Dan krijgen stof en vuil geen kans om door de afdichtringen heen te komen. Let op dat er bij de achtervering geen zijwaartse speling is. Controleer ook periodiek of bouten, moeren en schroeven nog stevig bevestigd zijn.
Na een zekere gebruiksperiode moeten verende voorvorken door de vakman worden gedemonteerd (zie informatie fabrikant) en gemonteerd, na te zijn schoongemaakt en opnieuw ingevet. Ga liever niet zelf experimenteren.
Spaken gaan losser zitten bij normaal fietsgebruik. Hoe hoger het gewicht en hoe slechter het wegdek, des te sneller zullen uw spaken los gaan zitten. Laat daarom uw tweewielerspecialist regelmatig uw spaken en velgen controleren (minstens eenmaal per jaar).
Bagagedragers die twee bevestigingspunten hebben, zijn wezenlijk sterker dan dragers met maar één enkele bevestiging. Dat verschil in sterkte geldt ook voor bagagedragers die naar het uitvaleinde twee of drie stangen hebben. Het is aan te raden om steeds voor de meest stabiele versie te kiezen. Controleer ook regelmatig of de bevestigingsschroeven nog stevig vast zitten.
Andere argumenten voor een sterke uitvoering van de bagagedrager zijn:
Andere aandachtspunten:
Als de dynamo goed is aangebracht, levert hij een optimale lichtopbrengst en voorkomt hij onnodige bandslijtage. Fietslicht mag niet verblinden, volgens de wet mag de rijbaan tot 10 meter zijn verlicht. Bij de montage en afstelling van de dynamo dient u op het volgende acht te slaan:
Check of het stuur kan worden bewogen zonder wrijving. Til de fiets aan de bovenbuis op en beweeg het stuur. Zit dit om de 20 graden vast dan is het balhoofdstel ingesleten en moet dit worden vernieuwd.
Ga na of er sprake is van speling. Trek de voorrem aan en zoek met de andere hand de spleet op van het onderste deel van het balhoofdstel. Beweeg de fiets lichtjes naar voor en naar achter.
Om te beginnen draait u het rechterpedaal loodrecht naar beneden. Daarna neemt u rechtop plaats op de fiets en zet u uw hak, zonder schoen, op het pedaal. Als uw been in deze positie gestrekt is, is de zadelhoogte juist. Tijdens het fietsen raakt de bal van de voet het pedaal. Het been is nu niet langer gestrekt en de knie is licht gebogen. Op deze wijze kunnen de beenspieren zich goed ontspannen en raakt u niet voortijdig vermoeid.
De zadelklembout losdraaien en de hoogte naar wens instellen. Gebruik bij zeskantmoeren het liefst een ringsleutel. Na het instellen van de hoogte trekt u de zadelklembout slechts zover aan dat het fietsframe niet beschadigd raakt. De zadelpen niet verder uittrekken dan tot aan de markering. Als deze markering ontbreekt, dan zorg ervoor dat de zadelpen minimaal 5 tot 6 cm in de zadelbuis steekt. Naar wens schaft u een langere of lichtere zadelpen aan.
Het pedaal is een cruciaal onderdeel. Het brengt uw spierkracht over op de crank.
Beide pedalen moeten naar het voorwiel toe aangetrokken worden en voor het indraaien moet u het schroefdraad goed invetten. Trek de pedaalas strak aan.
Bij het schoonmaken van de fiets nooit een sterke waterstraal op de pedalen richten. Voeg geen olie toe van buiten, want dit verdunt het kogellagervet. Ook kan er daardoor modder binnendringen. Pedalen met breukrisico (door een botsing of val) moeten worden vervangen.
De ketting is het belangrijkste aandrijf element. In geval van een naafversnelling moet de kettingspanning geregeld worden gecheckt. Een ketting moet enige speling hebben. Hij mag in het midden tussen het kettingblad voor en het tandwiel achter circa 1,5 cm naar boven en onder bewegen. Bij het een derailleurversnelling wordt de spanning geregeld door de derailleur.
Men moet de ketting, vooral bij derailleurmodellen, regelmatig ontvetten en opnieuw smeren. Het ontvetten kan het beste gebeuren met een ketttingreinigingsapparaat met daarin een (biologisch afbreekbaar) ontvetter. Nadat de ketting opgedroogd is moet deze opnieuw gesmeerd worden. Dit kan het beste met een smeermiddel dat ook teflon bevat.
Laat de ketting zich gemakkelijk meer dan 0,5 cm van het voorblad optillen, dan dient hij vervangen te worden. Moderne kettingen hebben geen verbindingsschakel. Voor het de- en monteren van kettingen is een speciale kettingpons nodig. Volg hierbij de richtlijnen van de fabrikant. Het is verstandig om ketting en tandwiel(en) steeds gelijktijdig te vervangen.
De banden moeten altijd goed op spanning worden gehouden. Te zachte banden zorgen ervoor dat de fiets zwaarder rijdt. Verder slijten zachte banden sneller dan banden die de juiste spanning hebben.
De bandenspanning kan worden gecontroleerd door de band met de duim in te drukken. Als de spanning goed is kan de band nauwelijks ingedrukt worden. Eventueel kan de bandenspanning nauwkeuriger worden gecontroleerd met een bandenspanningsmeter.
Verder moeten zowel het loopvlak en de zijkant van de band regelmatig worden gecontroleerd op kleine scheurtjes en insnijdingen. Banden met teveel scheurtjes moeten vervangen worden.
Let er bij montage van nieuwe banden op dat de band recht ligt, zonder hobbels. Druk, voordat de band op spanning wordt gebracht, het ventiel een paar keer naar binnen zodat de binnenband goed onder de rand van de buitenband valt. Draai verder de asmoeren weer goed aan. Voor het achterwiel hebt u speciaal gereedschap nodig, vraag hier om bij uw vakman.
Deel het met uw vrienden!
Maandag: | 09:00-12:30 / 13:30-18:00u |
Dinsdag: | 09:00-12:30 / 13:30-18:00u |
Woensdag: | 09:00-12:30 / 13:30-18:00u |
Donderdag: | 09:00-12:30 / 13:30-18:00u |
Vrijdag: | 09:00-12:30 / 13:30-18:00u |
Zaterdag: | 09:00-16:00u |
Zondag: | Gesloten. |
Wij lunchen van 12:30 tot 13:30 uur. |